Het citaat
Het Elegastplein is het sportterrein, anderhalve hectare groot, achter het hoogste gebouw van de Europarkwijk. In 2014 diende Marita Wuyts (districtsraadslid) een voorstel tot advies in om dit anonieme plein de naam te geven van de hoofdfiguur uit de ridderroman Karel ende Elegast (omstreeks 1270). Hiermee sloot het stadsbestuur zich aan bij zijn voorgangers die straten op Linkeroever hebben genoemd naar middeleeuwse figuren zoals Blancefloer, Beatrijs, Halewijn enz.
Karel ende Elegast is een vreemdsoortig verhaal. Karel De Grote, koning der Franken (742-814), krijgt in zijn droom het bevel van een engel om uit stelen te gaan. Onder de naam Adelbrecht trekt hij verkleed op rooftocht en ontmoet in het woud zijn vroegere trouwe ridder Elegast, vermomd als zwarte ridder. Karel had enige tijd tevoren Elegast uit zijn hofhouding verbannen voor een klein vergrijp.
Nadat ze beiden een aanzienlijke buit verzameld hebben wil Karel/Adelbrecht terug naar zijn koninklijk paleis, maar ridder Elegast wil nog een laatste diefstal plegen, nl. een kostbaar zadel in de slaapkamer van Eggeric, de schoonbroer van Karel De Grote. Daar verneemt hij tijdens een gevecht dat Eggeric zijn broer Karel wil vermoorden, en wel op de Hofdag die ’s anderendaags zou doorgaan.
De Elegast vertelt aan Karel/Aelbracht dat er tegen hem een complot is gesmeed. Op de Hofdag komt het tot een duel tussen Elegast en Eggeric. Karel bidt tot God en zijn trouwe Elegast slaagt erin Eggeric te doden. Elegast wordt in ere hersteld en mag als beloning met de weduwe van Eggericic, dus de zuster van Karel De Grote, in het huwelijk treden.
Karel ende Elegast bevat tal van sprookjeselementen: sprekende dieren, toverkruid en toverspreuken. Het motief van de koning die incognito uit stelen gaat, vindt men terug in vele oude Europese en Aziatische geschriften, en telkens blijkt zo een rooftocht tot iets positiefs te leiden.
Het buurtcomité HELO onder voorzitterschap van districtsraadslid Marita Wuyts koos voor het citaat.
Geschreven door Hugo De Ridder