Het citaat
Het Multatuliplein is een verborgen pareltje gelegen tussen de Prosper Van Langendonckstraat en de Juul Persijnstraat. Het nieuw aangelegd (speel)pleintje is er gekomen dankzij de buurtbewoners die de parkeeroverlast en het vandalisme beu waren. Zij sloegen de handen in elkaar en in samenwerking met het district en via de erkenning van het project “Buiten Gewone Buurt” door de Koning Boudewijnstichting, is dit nu een uiterst aangenaam pleintje waar het rustig vertoeven is en waar je ook geen dorst hoeft te lijden want er is een fonteintje met drinkwater geplaatst.
De Nederlandse schrijver Eduard Douwes Dekker (1820-1887) is beter bekend als Multatuli. Het pseudoniem is afkomstig uit het Latijn en betekent ‘ik heb veel gedragen’. Inderdaad, deze Amsterdamse doopsgezinde kapiteinszoon had een bewogen leven. Het boek Max Havelaar of De koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij maakte hem beroemd. Het verscheen in 1860.
Op 18-jarige leeftijd reisde de schrijver met zijn vader mee naar Insulinde, zoals de toenmalige kolonie van Nederland werd genoemd. Als ondergeschikte ambtenaar kwam hij geregeld in conflict met hoger geplaatsten omdat hij de uitbuiting van de lokale bevolking aanklaagde. Elke scholier kent wel het aangrijpende verhaal van Saïdjah en Adinda, twee jonge mensen die voor elkaar bestemd leken maar door de wrede kolonisator worden gescheiden en gedood.
Dekker moest ontslag nemen en keerde berooid naar Europa terug. Hij zette zich aan het schrijven en dat leverde, behalve de Max Havelaar, een aantal pamfletten, Ideeën, brieven en de onvoltooide roman Woutertje Pieterse op.
Met zijn werk heeft Multatuli de louter economische belangstelling voor de koloniën doorbroken. In die zin is hij een voorloper van de latere ethische politiek. Zo is de Max Havelaarkoffie vandaag een symbool geworden van de strijd tegen de uitbuiting van lokale bevolkingen.
Het Multatuligenootschap is gevestigd in zijn geboortehuis aan de Korsjespoortsteeg te Amsterdam.
Eduard Douwes Decker had een grote voorliefde voor Antwerpen. Zijn eerste vrouw Tine kwam er vandaan. Hij gaf er lezingen en kwam er graag. Eind 1867 schreef hij:
’Toch is er iets bijzonders in mijn opvatting van Vlaamse eigenaardigheid. Ik voelde mij in Antwerpen thuis, niet om de overeenstemming met Holland – waar ik niet te huis ben – maar om ’t verschil.’
Geschreven door Hugo De Ridder
Informatie
UIT
LOCATIE
Multatuliplein 2
ZONE
HALEWIJN
MATERIAAL
Brons
GEPLAATST
2007
Boek
BEKENDE ANTWERPENAAR
Freddy Michiels
Journalist en auteur
Benieuwd?
Lees de tekst van Freddy Michiels
in het boek ‘Citaat op Straat’.