
De Paul van Ostaijenlaan: poëzie op Linkeroever
De Paul van Ostaijenlaan – op straatnaamborden soms foutief gespeld met een y – is een van de eerste straten die na de Tweede Wereldoorlog op Linkeroever werden aangelegd. De straat vormde een verbinding tussen de oude Sint-Annakerk, die toen nog in een kuil lag tussen hopen opgespoten zand, en de Beatrijslaan. Wat meteen opvalt, zijn de typische ahorn- of esdoornbomen waarvan het blad prijkt op de Canadese vlag.
Wie was Paul van Ostaijen?
Paul van Ostaijen (1896–1928) is een van de bekendste expressionistische dichters van ons taalgebied. Velen kennen hem van toegankelijke gedichten zoals Mark groet ’s morgens de dingen en Gaston en zijn basson. En wie ouder is dan vijftig herinnert zich vast nog het poëtische Melopee, waarin Van Ostaijen beschrijft hoe een man in een kano onder de maan zachtjes richting zee glijdt.
Als scholier was Paul allesbehalve een modelstudent. Hij werd zelfs van school gestuurd nadat hij protesteerde tegen het voortrekken van kinderen uit Franstalige en gegoede milieus. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij als klerk op het Antwerpse stadhuis. In die periode viel hij op door zijn opvallende dandy-uiterlijk en frequente cafébezoeken op de De Keyserlei.
Op twintigjarige leeftijd gaf hij in eigen beheer zijn eerste dichtbundel Music-hall uit. Niet veel later werd hij tot drie maanden cel veroordeeld omdat hij antiklerikale leuzen had geroepen tegen kardinaal Mercier. Om aan de straf te ontsnappen vluchtte hij naar Berlijn, waar hij twee jaar lang samen met zijn geliefde Emma Clément onderdook in het avant-garde leven: kunst, experimenten, drugs en vrije liefde. Daar schreef hij onder andere Bezette stad en De feesten van angst en pijn, dat pas postuum in 1928 werd uitgegeven. Zijn laatste levensjaren bracht hij door in een sanatorium in Wallonië.
Poëzie in de straat
De Paul van Ostaijenlaan kreeg niet zomaar een naam; ze werd ook letterlijk bekleed met poëzie. Twee citaten van de dichter werden er op tegels aangebracht. Eén daarvan verdween ooit bij wegenwerken, maar werd inmiddels vervangen. De Antwerpse Erfgoedcel stelde een shortlist van vijf citaten samen, voornamelijk uit De feesten van angst en pijn. Deze drie citaten haalden het uiteindelijk niet:
- Ik wil bloot zijn en beginnen
- Ik vat nooit de vlam van het vuur in de verte
- Het geluk is een dwaze maagd die zich laat zoenen door elke sterke man
Op 4 mei 2003 mochten bezoekers van het literair evenement Linkeroever Literair stemmen. Omdat de stemmen verdeeld waren, werd gekozen om twee citaten te plaatsen. Zo kreeg de straat niet alleen een naam, maar ook een poëtische ziel.
Originele tekst door Hugo De Ridder, bewerkt door Ben Pottiez
Informatie
UIT
Het gedicht Februarie, uit de bundel Het Sienjaal, die in 1918 werd gepubliceerd.
LOCATIE
Paul van Ostaijenlaan,
hoek met Beatrijslaan
ZONE
BLANCEFLOER
MATERIAAL
Arduin
GEPLAATST
2004
ZIE OOK
Gij weet dat er geen gelaat is
waar gij binnen kunt als in uw huis
Boek
BEKENDE ANTWERPENAAR
Rudi Goyvaerts
Verbonden aan Sea-Scouts Lange Wapper, gevestigd vlakbij het Galgenweel
Benieuwd?
Lees de tekst van Rudi Goyvaerts
in het boek ‘Citaat op Straat’.