De Victor dela Montagnestraat op Linkeroever kreeg haar naam al in 1951 samen trouwens met de Emile Verhaerenlaan waar ze op uitkomt.
De Vlaamse schrijver Victor dela Montagne (1854-1915) was zoon van een Antwerpse drukker aan de Wijngaardstraat. Hij werd ambtenaar bij het Belgisch ministerie van Justitie. Hij schreef gedichten en toneelwerk. Deze weemoedige dichter vond zijn inspiratie vooral in de natuur en de liefde. Zijn eerste bundel Onze strijd bevat sobere intimistische stukjes.
In 1878 nam hij de leiding van het Tijdschrift De Nederlandse Dicht- en Kunsthalle, dat bij zijn vader gedrukt werd. In 1880 publiceerde hij een bloemlezing Onze dichters en enkele jaren later een studie over de Vlaamse pseudoniemen.
Zijn latere bundels bevatten elegische natuurgedichten en intieme stemmingsbeelden die van een fijnbesnaard gevoel getuigen.
Bij het uitbreken van Wereldoorlog I werd dela Montagne als 60-jarige soldaat naar Le Havre gestuurd waar hij een jaar later in het nabijgelegen Sainte-Adresse stierf.
Zijn meest bekend gebleven gedicht is Een oudt liedeken, bewerkt naar Jean Richepin. Het is een ode aan de onvoorwaardelijke moederliefde. Ziehier het lugubere verhaal:
Een feeks vraagt aan haar jeugdige aanbidder zijn eigen moeder te doden en haar hart aan de hond te voederen. De knaap voltrekt deze gruwelijke daad maar hij struikelt. Het bloedend moederhart valt op de grond en vraagt hem wenend: Jongen toch, heb je je pijn gedaan?
Een jaar voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog schreef dela Montagne een spotdicht over de edellieden die in het bestuur van het land en in vele gemeenten en ondernemingen de toon aangaven:
‘Ze eisen van ons dat we zinken voor hen op de knieën….’
Geschreven door Hugo De Ridder
LOCATIE
Victor dela Montagnestraat,
tegenover standbeeld
ZONE
HALEWIJN
MATERIAAL
Arduin
BEKENDE ANTWERPENAAR
Nele Hendrickx
directeur van het Letterenhuis
Benieuwd?
Lees de tekst van Nele Hendrickx
in het boek ‘Citaat op Straat’.