Busken Huet

De sereniteit is de triomf
van de antieke kunst

Schets portret van Busken Huet
Busken Huet – Foto: Rijksmuseum Nederland

Het citaat

De straat met de moeilijk uit te spreken naam – Busken Huet – ligt in het zogenaamd Hollands kwartier tussen de Gloriantlaan en de Thonetlaan waar ook de Nederlanders Roemer Visscher en Constantijn Huygens in 1957 een straat naar zich genoemd kregen.

De Nederlandse schrijver, essayist en criticus Conrad Busken Huet (1826-1886) stamde uit een Hugenoten familie, studeerde theologie in Leiden en was naar eigen zeggen een ‘luidruchtig, vrolijk en lichtzinnig’ student. Hij werd predikant in de Eglise Wallonne te Haarlem. Aanvankelijk volgde hij de orthodoxe lijn maar gaandeweg werd hij voorman van het modernisme.  Na ruim tien jaar voelde hij zich niet meer op zijn plaats op de kansel.  In 1862 nam hij ontslag.

Zijn belangstelling voor de literatuur groeide. Via de in Nederland bekende schrijver Everhardus Johannes Potgieter kreeg Huet een vaste rubriek in het literaire tijdschrift De Gids getiteld ‘Kroniek en kritiek’. Weldra stond hij bekend omwille van zijn vlijmscherpe artikels die vaak veel stof deden opwaaien. Zijn column ‘Een avond aan het Hof’ wekte schandaal  en deed zelfs de vraag rijzen of Huet niet aan majesteitsschennis had gedaan.  Na twee jaar (in 1865), zei hij het tijdschrift vaarwel overigens samen met Potgieter die hem bleef verdedigen.

Busken Huet werd dan redacteur van verschillende kranten en culturele bladen en schreef onder meer de erotisch-realistische roman Lidewijde (1868) die vanwege het onderwerp (vooraanstaande personen die er een dubbele moraal op na hielden) opnieuw heftige reacties losmaakte.

Na een verblijf van tien jaar in Nederlands-Indië, keerde Huet naar Europa terug.  Hij had zich als redacteur van de Java-Bode evenwel in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd omdat hij als een soort geheimagent de regering informatie doorspeelde.  Naar Nederland kon hij niet terugkeren.  Hij vestigde zich in Parijs en zette daar zijn letterkundige kritieken voort en schreef reisindrukken vermengd met kunsthistorische beschouwingen.  In 1879 publiceerde hij de beroemd geworden cultuurgeschiedenis Het land van Rubens, enkele jaren later gevolgd door een gedegen studie over Het land van Rembrandt.

Huet voelde zich vaak miskend. Zijn zeer persoonlijke spotlust stuitte op veel weerstand waardoor hij niet de erkenning kreeg als de leidende figuur die hij in zichzelf zag. In de literatuurgeschiedenis wordt evenwel nog steeds met zijn oordeel rekening gehouden.​

Geschreven door Hugo De Ridder

Informatie

UIT

LOCATIE
Busken Huetstraat 16

MATERIAAL
Arduin

GEPLAATST
2017

Boek

Dit citaat werd niet opgenomen in het boek

Deze website maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, aanvaardt u het gebruik van cookies.