Balthazar Bouvaert

De Stad zal zijn vermaerd
zoolang de Toren staet

Steoptegel met citaat van Balthazar Bouvaert
Foto: district Antwerpen

Het citaat

De Balthazar Bouvaertlaan is een zijlaan van de Esmoreitlaan en loopt parallel met de Gloriantlaan. Ze kreeg haar naam in 1962.

Godefridus (Jan Balthazar) Bouvaert (1685 – 1770) werd in Antwerpen geboren. Zijn roeping deed hem naar Hemiksem verhuizen waar hij als monnik toetrad tot de Cisterciënzerabdij. De goedlachse pater (klugtigen Signor) bracht het er zelfs tot Prelaat van de vermaarde abdij.

De abdij, gebouwd in 1243, kende een bewogen bestaan. De kloosterlingen waren betrokken bij de ontginning van klei en baksteen (vandaar de benaming paepsteen). In 1672 brandde de abdij grotendeels af. Na de Franse revolutie was het gebouw achtereenvolgens een militair hospitaal, een correctionele gevangenis en na de Tweede Wereldoorlog een interneringskamp voor collaborateurs. In 1988 werd het domein aangekocht door de gemeente Hemiksem die er een administratief centrum, serviceflats en heemkundige kring in huisvestte.

Als pater Godefridus hield Balthazar Bouvaert zich bezig met het opstellen van catalogussen van de bibliotheek en schreef hij eigentijdse kronieken over de klooster-gemeenschap. Bouvaert ontpopte zich ook als dichter. In 1723 vond hij inspiratie in de torenspits van de Antwerpse kathedraal waarvan hij een beschrijving in versvorm schreef onder de titel: “Oprechte beschryving der vermaertsten toren ’t Antwerpen“. Andere intrigerende gedichten van zijn hand zijn: Juffrouwen van de Zwier, Den Horlogiemaker in de Kist.

Bekend bleef zijn werk: Den lof van den Ezel. In 450 coupletten van zes regels bezong hij alle gunstige eigenschappen van deze viervoeter. Zowat alle ezels uit de Bijbel en de klassieke literatuur passeren de revue. Vanwaar die ezelsliefde? De monnik Godefridus leed aan een besmettelijke longziekte. Hij had echter geen vertrouwen in de poeders en pillen die aan zijn medebroeders werden toegediend, vaak met fatale afloop. Hijzelf genas op een dieet van ezelinnenmelk.

Aan het einde van een lange, bewonderende ode aan de kathedraal legt Bouvaert de volgende woorden in de mond van keizer Karel: Antwerpen, wat er komt, wil dit juweel bewaren…

Geschreven door Hugo De Ridder

Informatie

UIT

LOCATIE
Bouvaertlaan,
aan sorteerstraat

MATERIAAL
Arduin

GEPLAATST
2017

Boek

Dit citaat werd niet opgenomen in het boek

G. Bouvaert, bibliothecaris van de cisterciënzerabdij van Hemiksem. Bornem, archief van de abdij.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, aanvaardt u het gebruik van cookies.