Constantijn Huygens

Antwerpen,
‘t is een kluchtig volk,
men hoefde wel een tolck

Paul Haccuria - Kolonel op rust - over het citaat van Constantijn Huygens
Paul Haccuria – Foto: Jonathan Ramael

Het citaat

De Constantijn Huygensstraat is een zijstraat van de noordelijke Gloriantlaan.

Het is alsof de straatnaamcommissie naast de nabijgelegen Duitse wijk met Schiller, Goethe, Durer en Von Raabe  hier een Hollandse wijk wilde vestigen met Busken Huet (1826) en Roemer Visscher (1547).

De schrijver, dichter, architect, diplomaat Constantijn Huygens (1596-1687) is niet alleen de oudste (hij werd 90 jaar) maar ook de meest veelzijdige in onze reeks.  Hij speelde luit, gitaar, viola da gamba, spinet en klavecimbel. Daarnaast sprak hij ook Frans, Latijn, Grieks, Italiaans en Engels, leerde tekenen en boetseren, bekwaamde zich in paardrijden, schermen en kon kampen met piek en musket.

Hij was de zoon van een natuurkundige, zijn moeder was een Antwerpse. In zijn thuisopvoeding ging veel aandacht naar literatuur en muziek. Hij studeerde rechten in Leiden en trad in diplomatieke dienst. Als rekenmeester assisteerde hij zestig jaar lang de leden van het Huis van Oranje in het beheer van hun goederen.

Constantijn werd vader van vijf kinderen. In zijn vrije tijd componeerde en musiceerde hij. Daarnaast toonde hij grote belangstelling voor beeldende kunst en architectuur. Hij ontwierp verschillende van zijn eigen huizen waaronder zijn buitenverblijf Hofwijck, nabij het Haagse Voorburg, waar  nog altijd een museum gevestigd is. In literair opzicht stond hij bekend als sneldichter. Lezenswaardig blijven zijn Zedeprinten, een verzameling satirische en moralistische portretten van onder meer een koning, een soldaat, een gezant, een hoveling.

Een jaarlijks gegeerde Nederlandse literaire prijs (10.000 euro) is naar Huygens genoemd. Veelal zijn de laureaten Nederlanders maar we vinden bij de laureaten ook Vlaamse namen zoals Louis Paul Boon, Maurice Gilliams, Hugo Claus, Jeroen Brouwers, Leonard Nolens en in 2013 nog Tom Lanoye.

Trijntje Cornelis, zijn enige toneelstuk, schreef Huygens in 1651. De klucht beschrijft de avonturen van een Hollandse schippersvrouw die bij een bezoek aan Antwerpen terechtkomt aan de zelfkant van de maatschappij. Dit stuk, in sappig dialect geschreven, getuigt van het zeldzaam taalvermogen van de  auteur. Huygens die het als een tussendoortje had neergepend, vond echter dat het helemaal niet paste bij de sérieux die hij wilde uitstralen en verzette zich tegen een opvoering in een schouwburg.

Het stuk is bij ons vooral bekend van een vers waarin hij de inwoners van Antwerpen (die van de rechteroever wel te verstaan!) typeert als licht van zeden,  valsch, onduitsch en moeilijk te verstaan.

Geschreven door Hugo De Ridder

Informatie

UIT

LOCATIE
Constantijn Huygensstraat,
ingang speeltuin

MATERIAAL
Arduin

GEPLAATST
2016

Boek

BEKENDE ANTWERPENAAR
Paul Haccuria
Kolonel Belgisch leger,
commandant provincie Antwerpen

Benieuwd?
Lees de tekst van Paul Haccuria
in het boek ‘Citaat op Straat’.

Het boek Citaat op Straat

Deze website maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, aanvaardt u het gebruik van cookies.